Verlaging registratierechten bij de aankoop van de gezinswoning in Vlaanderen.
Het Vlaams parlement heeft deze week de hervorming van de registratierechten goedgekeurd.
Waar komt het in de praktijk op neer?
Voor de verkoopovereenkomsten (‘kompromis’) afgesloten vanaf 1 juni 2018 (datum ondertekening) gelden volgende regels bij de aankoop van de eerste gezinswoning (dus de enige woning die men op dat ogenblik zal verwerven en waar men binnen de 2 jaar zal intrekken):
. de bestaande abattementen (verminderingen registratierechten) en het zogenaamde ‘kleine beschrijf’) vervallen en er wordt een éénvormig tarief van 7% gehanteerd.
. voor woningen (of appartementen) tot 200.000 € dient men op de eerste schijf van 80.000 € geen registratierechten te betalen (dit komt neer op een korting van 5.600 €)
. voor woningen (of appartementen) in de kernsteden (zoals bvb Vilvoorde of Leuven) of in de Vlaamse Rand (zoals Affligem, Asse, Beersel, Bever, Dilbeek, Drogenbos, Galmaarden, Gooik, Grimbergen, Halle, Herne, Hoeilaart, Kampenhout, Kapelle-op-den-Bos, Kraainem, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Overijse, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Ternat, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst) is deze verkoopprijs bepaald tot 220.000 € (> vrijstelling registratierechten op de eerste schijf van 80.000 €)
Dit is een mooie maatregel die niet alleen voor meer duidelijkheid zorgt. Het criterium om via het kadastrale inkomen een verlaagd tarief (‘klein beschrijf’) toe te kennen was niet meer van deze tijd. Het kadastrale inkomen is gebaseerd op de schatting van het fictieve huurinkomen in 1975. Sindsdien is er geen herschatting meer gebeurd. Betere stadsbuurten (met historisch hoge KI’s) zijn intussen soms achtergesteld geraakt terwijl vroegere randgebieden (met historisch lage KI’s) vandaag dikwijls beter gewaardeerd worden.
Luk Dobbelaere (17 mei 2018)